177

Mijn oud en nieuw begon geweldig. Mijn vriendengroep was weer herenigd en dat vierden wij op een dakterras ergens in Amsterdam Oud-west. Heel mooi om elkaar weer te zien, en om het daar op die plek te mogen vieren.
Nadat we een heel eind op weg waren met flessen champagne en Belgische biertjes, besloten we richting het centrum te gaan om daar de avond verder te slijten in een tent waar een plaat maximaal 30 seconden gedraaid wordt, anders heeft de dj het gevoel dat ie niks aan het doen is. (En als jij het gevoel hebt dat je in de Amsterdamse Horeca niks te doen kan hebben, dan loopt of je bedrijf slecht of ben je niet geschikt voor de Amsterdamse horeca.)
Wij lopen die tent binnen, zien dat het aardig vol is en halen bier. We lopen rond om een goede spot te vinden, en in die zoektocht wordt een vriend van mij (onnodig)hardhandig weggeduwd door een individu die hierbij ook scheldwoorden tegen hem gebruikt zodat hij door kan lopen.
Hierop kijk ik mijn vriend aan, die zich van geen kwaad bewust is en daarna kijk ik het individu op een minder aardige manier aan, met de boodschap: waarom? Deze wijze van communicatie was voor het individu veel te geweldloos. Hierop greep hij in door een flinke fluim met gezwinde spoed in mijn gezicht te spugen.
Ik was klaar met de avond, ik wilde naar huis. Maar mijn vrienden zeiden dat er nog wel een andere tent was. Wij naar de garderobe, en toen moesten we nog terug langs “ het individu”. We hadden ons in colonne opgesteld zodat we z.s.m. uit die tent konden en onderweg naar de uitgang zei een van mijn vrienden tegen mij: “ Kaar, laat mij de klappen maar vangen dat doe ik toch altijd al, en jij trekt dat ook heel slecht”. Twee waarheden achter elkaar, en het tonen van onvoorwaardelijke vriendschap.
We liepen veilig naar de volgende tent en daar kwam ik mijn rots in de branding tegen. Ik vertelde haar mijn verhaal over het individu en zij was net als ik intens verbaasd. Toen ik vroeg wat ze in het dagelijkse leven deed moest ze lachen en zei ze: “ Ik werk met geestelijk en verstandelijke gehandicapten, dus ik ben ervaringsdeskundige op gebied van in je bek gespuugd worden.” Dit maakte mijn avond weer helemaal goed.

Op 1 Januari heb ik na de nodige herstelwerkzaamheden mij verrijkt met een potje darts. Van Gerwen tegen Wright. Ergens midden in de wedstrijd viel ik binnen. Ik had contact met een vriend via de Whatsapp die ook keek, en het viel ons meteen op dat het commentaar tijdens deze wedstrijd van abominabel slecht niveau was (hoe kan je darts überhaupt goed verslaan) maar dat het duo er wel veel plezier in had maar voor de rest niets toevoegde dan lulkoek. Dit was nog erger aan de hand bij de twee analisten in de studio. Deze heren kregen in de pauzes van de wedstrijd het vuur aan de schenen gelegd door de presentator en in plaats van de retorische vragen te beantwoorden met “ ik weet het ook niet” kwamen er teksten uit die nog minder toevoegden dan “ ik weet het ook niet”
Hier enkelen voorbeelden:

  • laten we de kurk nog even op de fles houden
  • hij laat de darts spreken
  • dan ga je over “als” praten
  • hij raakt uit zijn apropos
  • druk op zijn matchpijl

Maar de beste zin kwam van 1 van de commentatoren:

“De kale sloopkogel staat nu lekker te slingeren hoor” (Je zou z’n vriendin zijn….)

Wat ook opviel is de arbiter tijdens de wedstrijd. Ook wel “ The Voice” genoemd. Deze man heeft een heerlijk doorrookte stem en moet de scores door een microfoon heen roepen. Als er 180 gegooid wordt is het feest bij mij thuis. Je hoort voornamelijk keiharde ruis met een kleine verhoging erin. Alsof er een vliegtuig aan het opstijgen is.
Maar mijn favoriet is als er 177 gegooid wordt. De tonen die daar voorbij komen zijn voor mij een genot voor het oor.

De week sluit ik af met een potje zaalhockey waar ikzelf als arbiter fungeerde. Helaas is de score 177 niet gehaald, anders had ik die met liefde door de zaal heen geschreeuwd. Echter werd ik wel met een nieuw fenomeen geconfronteerd. “ Selfie”. En dan niet de selfie zoals Obama en de rest van de wereld hem doet (wordt ook lastig als je met 2 handen je stick vast moet houden), maar gewoon zelf mogen gaan en niet meer over hoeven spelen om een doelpunt te forceren. Hoe een woord van het jaar gelijk weer nieuwe betekenissen kan krijgen…

Tot volgende week!

K.

Deel dit bericht