IMG_1308

Marco

Al 20 weken heb ik enorm veel plezier in het schrijven van mijn column. Ik geniet!

 

In de Amsterdamse tram.

Ik stap in aan de achterzijde. De conductrice observeert; ze ziet een meisje met een broodje binnenstappen. Ze zegt: “We gaan niet met eten naar binnen he!?” Dit zegt ze terwijl ze ongegeneerd kauwgom met open mond kapot aan het kauwen is. Het meisje gooit haar halve broodje in de afvalbak bij de halte. Zonde geld denk ik nog. We rijden, ik kijk een tijdje naar de conductrice. Na 5 minuten heeft ze het gehad met haar kauwgom en probeert die in het afvalbakje te spugen. Hij gaat mis en de kauwgom valt op de grond. Ze onderneemt geen actie om de kauwgom van de grond af te pakken. Bij de volgende halte komen er een boel mensen de tram in, ik zie dat haar kauwgom onder 1 van de schoenzolen van de nieuwe passagiers terecht is gekomen. Door de intercom naar de bestuurder zegt ze vanuit het niets: “Opgeruimd staat netjes Henny!”

 

Ik ga snel ergens anders zitten, ik ben klaar met de conductrice.

 

Er komt een vrij forse zoek-geen-ruzie-met-me meneer naast mij zitten. Hij heeft een enorme hond bij zich. Deze laat hij tegenover hemzelf op 1 stoel zitten (zie foto).

Ik hou ook niet zo van dit soort gedrag. Honden horen gewoon op de vloer, en niet met hun onbedekte anus op een stoel. Maar wat ik wel waardeer, het is een weloverwogen beslissing. De man heeft een uiterlijk en houding waardoor niemand hem zal aanspreken, en zijn hond ziet er tevens dermate uit dat niemand er een geintje mee wil uithalen. Iedereen in de tram was geïmponeerd. We komen bij de Albert Cuypmarkt. De man checkt uit, maar de hond blijft zitten. Hij heeft niet door dat de hond blijft zitten. De deuren van de tram gaan net dicht en hij kan nog net de naam van zijn hond door de deuren heen schreeuwen: “Marco! Meekommen!”. De deuren zijn dicht. Marco staat intussen luid blaffend voor de dichte deuren te snakken naar zijn baasje. De man staat er verslagen bij en heeft zijn imponerende uiterlijk en houding verloren. Zijn Marco staat nog binnen en hij al buiten. Uit een impuls schreeuwt een mevrouw: “Ey! Er staat hier nog een hond binnen! Hij heet Marco, en hij moet er nu uit!” Ik druk op het knopje dat de deuren weer open gaan (had ik al veel eerder kunnen doen, maar dat besefte ik me toen pas). De deuren gaan open en Marco sjeest naar buiten. Daar hoor ik de man zeggen: “De tering, dat KUT OV ook altijd! Ze houden ook nergens rekening mee, die pleurislijders.”

 

Een weloverwogen beslissing met een weloverwogen mening achteraf.

 

 

Tot volgende week!

 

K.

Deel dit bericht