IMG_6178

Ajax huldiging

Een bevriende collega en ik vertrekken vanaf de Keizersgracht richting het Museumplein, voor de Ajax huldiging. Hij in een Ajax shirt, en ik een bordeaux-paars t-shirt. Bij gebrek aan Ajax t-shirt. Ik geef vanbinnen mezelf gelijk op m’n lazer. Leermoment.

Aangekomen op het Museumplein gaat het tweede biertje open en gelukkig hebben we nog een sixpack bij ons. De sfeer is opperbest. Ik zie blije gezichten, ik voel dat er straks iets staat te gebeuren. Dit wordt mooi. Ik mag in mijn stad, op een van de grootste pleinen, weer een feestje vieren. Dat was echt een tijd geleden. De laatste herinnering van een feest op het Museumplein is een Koninginnedag waar Radio 538 een evenement had en DJ Tiesto mocht afsluiten.

De mensen om ons heen zijn vriendelijk en stralen blijheid uit. Ik heb op zo’n soort moment vaak een gevoel van: ‘Ik hoop maar dat de mensen om ons heen maar een beetje normaal zijn.’ Ik denk ook dat ik onderbewust ook zo’n plaats uitkies. De mensen waren vriendelijk en zongen vrolijk.

Opeens kreeg ik iets op mijn hoofd. Een pleerol. Wat heerlijk. Ik lachte me kapot! Er had iemand de moeite genomen om minstens 24 pleerollen mee te nemen om de sfeer te verhogen. Wat geweldig! Ik was blij verrast dat de creativiteit niet alleen uit vuurwerkbommen en drugs hoefde te bestaan. Nee. Pleerollen gooien, en genieten van de slierten die het geeft.

Er lopen drie meisjes langs die alleen maar op hun telefoon kijken en ook geen Ajax-vibe uitstralen. Te midden van honderduizend supporters die het feest van hun club willen vieren krijg ik de behoefte om een vraag te stellen:
“Wie is de spits van Ajax?”
Het antwoord krijg ik niet en ze lopen zwijgend door.

Voor mij wordt er gelachen en instemmend gereageerd op mijn vraag.
Dan valt er opeens iemand op de grond. Het is een meisje met een Ajax shirt aan en een flinke bos krullen. Jaar of negentien. Ze wordt weer overeind geholpen. Ze drinkt wat water. Het lijkt alsof ze flauw was gevallen. Tien seconden later ligt ze weer op de grond. Dit kan niet verder.

“Ruimte maken! Ruimte maken!”
Haar vader ondersteunt haar terwijl ze met een wit hoofd de mensenmassa in verdwijnt.
Het gevoel van ‘ruimte maken’ en dat gelijk mensen daarop handelen was hartverwarmend. Fijn dat er medemenselijkheid bestaat.

Totdat Edwin van der Sar de naam ‘Femke Halsema’ door de microfoon heen schreeuwde. Achter mij scandeerden de ‘prima mensen om mij heen’ opeens: “Kankerwijf! Hoer! De hoer van Amsterdam!”

Ik snap hier helemaal niks van. Door haar beslissing kan er een huldiging op het mooie Museumplein plaatsvinden. Ik sta daar met plaatsvervangende schaamte naar te kijken. En ik zie ook hoe Matthijs de Ligt en Edwin van der Sar allebei een biertje voor de neus van de, nog steeds, lachende burgemeester opvangen. Treurig. De bierblikjesgooiers probeerden allebei trefbal te spelen. Edwin en Matthijs hebben allebei het blikje gevangen. Dus beiden gooiers zijn af, en mogen nooit meer meedoen.

De huldiging werd voor mij afgesloten door coach Erik ten Hag. Die liet zien hoe hard hij eigenlijk kan schreeuwen en het voltallige publiek op het Museumplein kon bespelen. “Wij zijn Ajax” schreeuwde hij. Waarop het publiek zei: “Wij zijn de beste!”
Dit herhaalde hij acht keer.

Wij zijn Ajax!
Wij zijn de beste!

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht