De professionals komen spelen, dus jij speelt niet vandaag

“Hee Karel, je spreekt met Tim. Je kent mij niet maar ik werk op kantoor. Ik moest van … doorgeven dat jij helaas niet kan spelen vandaag, want de professionals komen vandaag nieuw materiaal uitproberen. Sorry man. Maar don’t shoot the messenger he! Ik hoop dat je toch nog een fijne dag hebt. Doei!”

De afspraak voor deze dag, dat ik zou optreden als stand-up comedian, stond al minstens een maand in mijn agenda. Op de dag zelf word ik afgezegd. Dit is bij een club waar ik me tot dan toe thuis voelde. Ik voelde me als een van hen. Er waren zelfs foto’s van mij gemaakt. Totdat ik werd gebeld met de tekst “De professionals komen, jij kan niet spelen vandaag.”

Ik werd gezien als een van de nieuwe talenten binnen de club. Ik zou mezelf mogen ontwikkelen en ik zou mezelf naar grote hoogtes kunnen spelen als ik nieuw materiaal zou vervaardigen en veel zou spelen. Dan konden de ervaren comedians mij daarbij helpen zodat ik daarvan zou leren en de vruchten kon gaan plukken voor mijn eigen carrière.

Nieuw materiaal ontwikkeld? Absoluut. Ik had mezelf geplaatst voor de halve finale van het Amsterdams Studenten Cabaret Festival. Ik moest opeens met 20 minuten komen, terwijl ik normaal 8 minuten speelde. Ik had met meerdere comedians van de club gesproken en middagen gezeten om aan mijn materiaal te schaven. Ik had zelfs besloten mezelf af te zonderen in het tuinhuisje van mijn ouders! Ik moest en zou die finale halen. In het fucking Delamar spelen! 600 man! Bam! Maar helaas strandde ik in de halve finale.

Om mezelf weer op te peppen had ik mijzelf ingeschreven voor het Groninger Studenten Cabaret Festival. Misschien lukte het daar wel! Gelukkig studeerde ik nog. Dat gaf mij een vrijbrief om mee te doen aan deze audities. Om het Groninger goed voor te bereiden had ik met de club afspraken gemaakt om mijn stukken goed bij te schaven en dus veel te spelen! Op dat moment werd ik opeens afgebeld om plaats te moeten maken voor de professionals die nieuw materiaal moesten testen.

Vanaf toen begreep ik dat ik niks meer met die club te maken wilde hebben. Ik kreeg van mensen het vertrouwen om te mogen spelen en om mezelf ergens thuis te voelen. Maar na verloop van tijd bleek mijn inbreng toch niet meer interessant of ter zake doende? Dus waarom gaan we daar nog tijd en moeite in steken? De gedachte: “Laten we hem afbellen op dezelfde dag, door iemand die hij nog nooit gesproken heeft, en de afspraken die we daarvoor hebben gemaakt gewoon vergeten.” (Het doet me nog steeds pijn als ik dit zo opschrijf.)

Deze ervaring is nu zo’n drie jaar geleden gebeurd en naast dat het pijnlijk is om zo op te schrijven, geeft het ook weer lucht. Het “dat is eruit” gevoel. Drie jaar frustratie is best wel lang. Het heeft bij mij een boel onzekerheid teweeggebracht en ook absoluut spelplezier ontnomen. Ik hik zo vaak aan de gedachte om weer vol gas aan de slag te gaan, met het enorme spelplezier zoals ik altijd heb gehad. Maar dan komt die gedachte van dat gevoelloze afbelletje weer naar voren. Een keiharde afwijzing. En dan ging ik denken: “Wat ben ik eigenlijk waard? Ze vinden het vast kut. Laat maar zitten.”

Hoe het nu met de club is weet ik niet. Ze begonnen ook net, misschien was ik net de persoon die de klap, ongewenst, moest opvangen. Ik hoop dat het na drie jaar het een stuk beter met ze gaat. Want ik heb er ook echt mooie momenten gehad. Wie weet durf ik na de pandemie er weer eens een keer te gaan kijken.

Wat de toekomst brengt weet niemand. Wie weet wordt de titel van deze column wel de titel van mijn eerste soloprogramma. Maar dan wel iets aangepast: “De professionals komen spelen, dus jij speelt zeker vandaag”. Misschien ook wel helemaal niet. We zien het wel.

Bedankt voor je aandacht en het lezen.

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht