Ik ben helemaal geen tassenmens mama!
Kleine haiku om mee te beginnen:
Altijd luisteren,
Daar kom ik de dag mee door.
Lezen met het oor.
Ik loop door de Leidsestraat en mijn oor wordt aan het werk gezet wanneer ik een jonge vrouwenstem in een haast onverstaanbaar, Limburgs accent, boos tegen haar moeder schreeuwen: “Ik ben helemaal geen tassenmens mama!”
Dat moet kunnen, denk ik. Iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting. En als ik zo naar haar uiterlijk kijk zouden er in mijn stoute fantasie best veel zaken in kunnen, maar om nou te spreken van een tassenmens? Nee.
Dus ik was het wel met haar eens. Fijn dacht ik. Het vrije woord wordt op een goede manier gebruikt! Ook al had ik daarvoor nog nooit van het fenomeen ‘tassenmens’ gehoord. Maar toen ik nog een keer goed naar haar keek werd mijn mening al snel bijgesteld. Ik zag dat ze een Louis Vuitton tas in haar klauwen had! Zo’n ding is meer dan duizend dollar waard! Hoe durf je dan, op boze toon, in haast onverstaanbaar Limburgs, midden in de Leidsestraat tegen je eigen moeder te beweren dat je geen ‘tassenmens’ bent? Dan gaat er toch iets helemaal mis!?
Vrijheid van meningsuiting. Zeker. Maar vrijheid van haast onverstaanbaar schreeuwen en overduidelijk liegen tegen je eigen moeder? Zeker niet!
Waar ik in het begin nog stoute fantasieën over het meisje had kreeg ik nu een zware afkeer tegenover haar. Mijn brein ging aan het werk over hoe zij in het leven zou staan.
“Nou ik ben dus Chantal, vierentwintig jaar en ik ben dus helemaal geen tassenmens. Ook al zegt m’n moeder van wel. Ze zegt dan wel altijd dat ik een tassenmens ben, maar dan heeft ze het gewoon over zichzelf. Ze projecteert altijd alles op mij. Ik ben haar oogappeltje en ik moet haar gemiste kansen inlossen. Ik heb op dit moment geen vriendje, maar ik weet wel dat een aantal jongens mij leuk vinden. Maar ik voel het allemaal niet bij hun. Ik ben met alle zes op date gegaan en na elke date zei m’n moeder (want die was dan ook in het restaurant, die zat dan zogenaamd met een vriendin te dineren, maar die hielden ons gewoon in de gaten) dat ze die jongens ook helemaal niks vond. “Die gaat jou niet blij maken Chantal”, zei ze dan. Want dat is de bedoeling. Ik moet blij gemaakt worden. Ik moet m’n zin krijgen. En als ik die niet krijg dan ga ik op zoek naar een ander. En als ik bij m’n moeder m’n zin niet krijg dan ga ik onverstaanbaar schreeuwen, haar chanteren of ik schakel mijn puppy ogen bij papa in. Zo kom ik mijn leven door en als je dat niet aanstaat, kan mij dat geen ene flikker schelen!”
Leuk meisje toch!?
Gelukkig is het maar mijn totaal bedachte vooroordeel.
Het enige wat ik wel weet: “Lieve Chantal, je bent wel degelijk een tassenmens.”
Tot volgende week,
K.