image

Karel, American Bitter

“Kan ik vanavond rond 23:00 uur je een kado komen brengen?”
“Natuurlijk, altijd welkom”
Het werd kwart over elf, maar zo gaat dat nu eenmaal.
Zo zijn broers.

Ik zie hem niet heel vaak, maar als ik hem zie is ons gesprek van kwaliteit.
Hij is precies m’n vader en ik absoluut m’n moeder.
Toen hij door de deur heen stapte gaf hij een kartonnen kratje met zes flesjes aan mij.
“Toen ik dit zag staan wist ik dat het mee moest en gek genoeg is het nog lekker ook.”

Het waren zes flesjes “Karel” bier. Gebrouwen door de Kaapse Brouwers. ‘American Bitter’.
Dat past wel. Ik kan het enthousiasme bezitten van een Amerikaanse toerist die alles “freaking awesome” of “fucking amazing” vindt. Ontzettend blij zijn door een klein iets en dat uit willen roepen naar iedereen die het wil horen.
Maar ook de bittere kant wil wel eens de boventoon voeren. De kant van somberheid, spijt en onzekerheid. Dan trek ik me terug en blijf ik op de achtergrond. Met een bitter gevoel van vreemde steken in m’n buik die een weg naar rust proberen te darten.

Het alcohol promillage toont mij exact de opdracht die mij te doen staat in het leven.
Ik hou van het getal 5. Maar bij dit biertje is het alcohol promillage 4,9! Dus net die 0,1 mist. En daar komt mijn opdracht tevoorschijn. Ik moet vanuit mezelf die een-tiende promillage eraan toevoegen. Zodat die enthousiaste Amerikaan bij mij naar boven komt. Dat ik mijn biertje drink en uit het niets met aan Amerikaans accent zeg: “I’ve never tasted this beer before. It’s the best fucking beer of the whole world!”

Ik zette vier biertjes in de koelkast en kort daarna hoorden wij twee flesjes “Karel” bier klinken.
We genoten van de Amerikaan.
Die de Bitter met gemak versloeg.
We dronken “Karel” bier, American bitter.
Niet teveel, een is genoeg.

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht