Mister Sanders is challenging the call
Out!
Challenge!
Precies, Tennis.
Een sport waar je de hele wereld mee overgaat. Nu ben ik geen toptennisser. Op mijn veertiende koos ik voor hockey. Daar voelde ik meer voor dan tennis. Maar tennis! Wat een prachtsport is dat zeg.
Toen ik op mijn 22e stopte met hockey had heb ik bijna elk facet van de club wel gezien. Organisatie van kampen, begeleiden van teams, ouderen training geven, zelf spelen, bardiensten, maar ook scheidsrechter!
Scheidsrechter voor de hockeybond. Dan ging ik bewapend met een geel shirt en een fluitje naar hockeyclubs. Op m’n fietsje ging ik naar het Amsterdamse Bos om daar de wedstrijd Pinoke jongens C1 – Bloemendaal jongens C1 te fluiten.
Voor mijn eerste wedstrijd, voor de bond, had ik het goed gedaan. Ik kreeg een 7+. Ik had mij niet van mijn stuk laten brengen en de wedstrijd goed met mijn collega begeleid. Ik vond dat leuk. Ik haalde er plezier uit en het kwam iedereen ten goede.
Tijdtechnisch viel het niet te combineren. Ik coachte en ik speelde zelf, dus is het bij die ene wedstrijd gebleven. Maar nu ik er weer zo over nadenk; misschien moet ik wel chair umpire bij tennis worden!
Niks Amsterdamse Bos, de hele wereld met het mooiste tennis wat er bestaat! Nu ik dit zo opschrijf ben ik enorm bang dat er heel veel mensen opstaan en denken. Fuck! Dat wil ik ook! Het zij zo.
Het lijkt mij hartstikke leuk om die wedstrijden te begeleiden en om de zoveel keer “Time” of “Mister Federer is challenging the call on the right side service line. The ball was called out”. Dat ik opeens degene geworden ben die op dat knopje mag drukken.
Dus! Die cursus tennis-scheidsrechter komt eraan. Het doel is om in 2020 met die cursus te starten. En ik zal daarin gaan met volle moed en focus om daar iets moois van te maken.
Maar je comedy en cabaret aspiraties dan? We volgen je nu al bijna 6 jaar en nu krijg je opeens het gevoel om tennis-scheidsrechter te worden? Waar zijn je grappen? Waar zijn je podium-foto’s?
Goede vraag. Die ambities zijn er nog steeds en het vlammetje staat nog steeds aan. Maar na keer op keer gezocht te hebben om dat vlammetje aan te wakkeren en flink te laten vlammen, kwam ik teleurgesteld terug. Het wil even niet. Dus ik laat dat even. Soms moet je dingen even laten. En dan na een tijdje weer oppakken, dan snap je misschien waarom het niet werkte.
Dus het staat in een supergrote sudderpan die pas op het moment dat het vlees ècht gaar is een teken zal geven. Fijn hè zo’n pan. Zou iedereen wel willen he! Nou, die heb je hoor. Gewoon goed naar jezelf luisteren en je ogen goed openhouden.
Dus op naar de challenge! Wie weet valt de bal wel in.
Tot volgende week,
K.