img_2229

Naakte man

Het is Amsterdam.
Zaterdagavond tussen negen en tien.Ik fiets in de wijk Bos en Lommer richting binnenstad.
Ik rijd op een wat langere verbindingsweg, waar middelgrote flats de rechterkant flankeren en een Gamma de linkerkant.

Ik luister muziek.
Ben onderweg naar een afscheidsfeest van een vriendin.
Ik zing mee met “Save Tonight” van Eagle Eye Cherry.
“Tomorrow I’ll be gone”, zing ik voluit.

Dan zie ik een grote, iets te dikke, kalende man zijn onderbroek uittrekken.
Zijn torso is al volledig ontdaan van kleding en zijn joker met krullend haar erboven is duidelijk zichtbaar.
Ik fiets door.
Maar na vijftig meter twijfel ik toch of dit de bedoeling van het leven is.
Het is koud buiten.
Het is geen binnenstad.
Deze man is tussen de veertig en vijftig jaar.
“Tomorrow I’ll be gone”, herhaalt de zanger.

Ik stop.
Pak mijn telefoon.
Zoek ‘geen spoed, wel politie’ op mijn telefoon.
Ik heb mijn fiets inmiddels op het trottoir gezet en bespied van mijn gepaste afstand de naakte man.
Aan de andere kant van de lijn wordt opgenomen.
Ik leg de situatie uit en er worden een aantal zaken aan mij gevraagd.
“Even voor mijn beeld, is de man volledig ontdaan van kleding meneer Sanders?”
“Ja.”
“Dan verbind ik u toch door met 112. Blijft u alstublieft aan de lijn?”
“112 alarmcentrale”

Ik leg de situatie nogmaals uit en vertel de plek waar ik mij bevind.

“Zou u wellicht iets dichter bij de persoon kunnen komen?”

Deze vraag beangstigde mij.
Waarom moest ik nu bij deze situatie betrokken worden?
Ik heb mijn burgerplicht toch al gedaan door de politie ervan te verwittigen dat dit aan de hand is?

“Als ik eerlijk ben word ik daar niet heel vrolijk van”
“Het gaat mij er niet om of u er vrolijk van wordt of niet, dit gaat om mensenlevens! Zou u zich alstublieft dichterbij de persoon in kwestie willen begeven.” 

Ik ging terug.
Ik zag de man net een hoekje omgaan bij een van de flats.
Hier waren ook anderen op straat.
Een stilstaande auto met de verlichting aan stond aan de kant van de weg. Ik keek naar de automobilist en die keek vol verbazing naar de naakte man. Ook
Ik had ondertussen nog steeds contact met 112.
Dit gesprek voerde ik met ingehouden volume.

“Wij hebben drie minuten geleden een auto naar u toegestuurd. Deze zal zo snel mogelijk bij u arriveren.”
“Prima, ik wacht”, fluisterde ik.

Ik wachtte op de politie.
De man was intussen een galerij van een flat binnengelopen.
Nog steeds nakend.
‘Wat gebeurt hier toch’, spookt constant in mijn hoofd.

Een aantal minuten later komt de politie aan.
De naakte man is inmiddels uit beeld verdwenen en ik doe mijn verhaal aan de twee agenten.
Zij horen het aan en bedanken mij voor de informatie.
Ze knippen de zaklampen aan en lopen richting de galerij waar ik de man voor het laatst heb gezien.
Ik stap mijn fiets op en hoor:
Well we know. I’m going away. And how I wish, I wish it weren’t so.”

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht