New York
Daar loopt ie in New York. Met z’n petje, dezelfde kleur trui geknoopt over z’n dunnere trui. Graffiti-street-art achter zich, waar een vrouw met vogel op geschilderd is. En dan die koffie. Dat koffiebekertje. Die maakt ‘m af. Cortado in z’n klauwen en gaan. Glimlach van oor tot oor.
Elke dag in New York wilde ik koffie. In zo’n meeneembeker. In een restaurant hoefde ik geen koffie. Daar dronk ik fris of alcohol. Maar als ik buiten was wilde ik koffie. Want als je dat doet dan ben je een van de New Yorkers. En zo voelde ik me ook wel. Niet dat ik het ben, maar dat ik het ooit in mijn leven wel eens zou kunnen worden. Want, ik werd door een Amerikaan aangesproken:
“Sorry can you tell me; 8’th Avenue?” En omdat ik zo overdonderd was dat ik er blijkbaar uitzag als een New Yorker zei ik: “No I’m sorry.” En ik liep door. Terwijl iedereen de weg in New York kent! Ook al ben je er nog nooit geweest! Mijn dag kon niet meer stuk. Ik zweefde triomfantelijk door naar de volgende koffietent.
Ook het tempo in New York is heel opvallend. Als ik het vergelijk met Amsterdam gaat alles twee keer zo snel. Toevallig is een buurvrouw van mij een New Yorkse en ik vertelde haar dat ik daar was geweest. Toen zei ze: “Yeah, that’s the reason we like it here. Amsterdam has the same vibe as New York, but Amsterdam is a bit more easy going.”
Ze heeft echt gelijk. Toen ik met het vliegtuig aankwam op JFK Airport nam ik de taxi naar het huis van mijn neef Daan. Mijn grote held. Bij hem op de campus verbleef ik voor zes dagen. Lower Eastside! Bitches! Ik heb mijn spullen net bij hem gedropt en hij zegt: “Kom we gaan eten.” En ik ben voor vijf minuten even in een shock. Het tempo wat er buiten heerst is als een roes die me even aangrijpt.
We gaan naar het restaurant met Rice&Beans en terwijl we daarnaartoe lopen worden we niet aangesproken, maar aangeschreeuwd door een man die wat moeilijk ter been is en ons om geld vraagt. “I’m homeless! Could you give me some change!?” Ik voel me door het stemvolume van de man geïntimideerd, en Daan excuseert ons.
Terwijl we doorlopen schreeuwt hij ons na: “What is the agreement between Ho’s and Golf? Tiger Woods! Cause he likes the holes!” Daan en ik lachten en liepen het restaurant binnen. De man buiten keek toch blij dat hij mensen aan het lachen had gemaakt. In het restaurant krijg ik niet alles op, maar het is wel echt heel lekker. Daan zegt: “Dan nemen we toch mee? Hebben we voor later nog wat.” Doggybag! Natuurlijk! Dat is ook wat iedereen daar doet!
We komen bij hem thuis aan en hij wil Zondag Met Lubach terugkijken. Hij had het nog niet gezien en ik vind het geen straf om dat nog een keer te kijken. Omdat we wel een drankje erbij wilden moesten we toch nog een keer naar buiten. “Kut ik ben mijn tas vergeten. Ja er is hier een ‘geen alcohol’ beleid op de campus.” OK. Dan drinken we wel wat ergens, en dan kijken we het later terug. Een(!) biertje dan.
Om drie uur ’s nachts komen we terug, eten we de laatste happen van de Rice&Beans terwijl we lachen om Arjen Lubach. Fucking geniaal. Ik hou van New York!
Tot volgende week,
K.