Palazzo
Het is kwart voor een ’s nachts, ik loop alleen terug naar het hotel.
Op de heenreis liep ik met twee leuke Nederlandse meisjes die ik, zeer ruiterlijk, veilig thuis heb gebracht na een gezellig avondje zelfgemaakte ski-filmpjes terugkijken.
De straten in het Italiaanse ski-dorp zijn totaal verlaten en in de huizen brandt geen licht, luiken voor de ramen en de hekken hermetisch afgesloten, het heeft erg veel weg van een spookstad.
Bij bijna elk huis staat er een bordje “Vendita” met daaronder een telefoonnummer.
Het is koud maar er staat geen zuchtje wind, dus vervelend is het niet. Terwijl ik door “via Marco Polo” loop valt het me op dat het zo lekker ruikt en het zo stil is.
Want met vier gasten, zes dagen op een hotelkamer vertoeven doet iets met je. Als je denkt ongestoord te kunnen slapen heb je het mis en de permanente lucht die er hangt, valt goed te vergelijken met een overvolle GFT bak die nooit geleegd wordt. Oftewel, prachtig.
Naast het skiën moet je jezelf ook in leven houden en ga je, samen met een boel andere Nederlanders, naar de buurtsuper om te kijken of er producten zijn die je herkent. Want iets nieuws uitproberen en kennis maken met de Italiaanse cultuur kan natuurlijk niet, je bent tenslotte op vakantie!
Bij de kassa aangekomen staat een zeer opvallende Nederlandse familie voor ons. Voor het gemak noem ik deze familie “de familie Pasgetti”.
Ze kunnen zo goed Italiaans dat ze zelfs het populaire woord “spaghetti” niet op de juiste manier uit kunnen spreken.
De kassière noemt in prachtig Italiaans het bedrag wat de familie Pasgetti moet betalen. Hierop reageert vader Alberto Pasgetti in minder mooi Italiaans: “Ik wil pinnen alsjeblieft”.
Gek genoeg pakt de kassière direct de pinautomaat en toetst het bedrag in. Hierop zegt Alberto tegen zijn vrouw: “Zie je An, ze verstaan me gewoon hoor!”
Heel goed Alberto. Hou dit vol. En als je straks weer in Amsterdam bent, wel keihard gaan zeiken dat de toeristen in hun eigen taal tegen je spreken en dat je ze zo echt niet gaat helpen hè!?
Maar aan de andere kant kunnen de Italianen wel heel beperkt Engels. Het irritantste is dat ze erg weinig moeite doen om je te begrijpen. Als ze een beetje mee zouden werken scheelt dat al een slok op een grappa. Maar dat weigeren ze. Als je in een pizzeria zit en je daar op Amsterdams-Italiaanse wijze tegen de serveerster zegt dat je een: “quatro stagioni” wil en ze laat merken dat ze jou niet begrepen heeft, dan eis je wel een erg streng dialect.
Een dialoog waarin de Italiaan, Engels tegen de Nederlander spreekt is dan ook van korte duur en bereikt absoluut geen diepgang:
“Do you know Nutella?”
“Yes I do”
“It’s Italian”
Einde gesprek.
Ik loop de laatste meters terug richting het hotel. Ik geniet nog even van de rust, de schone lucht en de prachtige omgeving. Ik kijk naar rechts en kom een prachtig verlicht gebouw tegen. “Palazzo” staat erop. Een romantisch gevoel overvalt mij. Ik krijg het warm. Het prachtige gebouw schenkt een fractie van zijn schoonheid aan mij.
Het moment wordt ineens woest doorbroken: “Delano! Effe je bek houden nou!”
Was getekend, Alberto Pasgetti.
De Wikiliekse Wiki!
Met deze week:
“Anna Tatangelo”
Anna Tatangelo is een 27-jarige, Italiaanse popzangeres. Ze heeft vijf keer meegedaan met het Festival van San Remo en het twee keer gewonnen.
Ze heeft een relatie met de twintig jaar oudere Gigi d’Alessio.
Het chique liefdesgedrag van Berlusconi wordt gekopieerd! Zou Anna zangeres geweest zijn tijdens een van de “Bunga Bunga” feestjes waar Gigi toevallig ook aanwezig was?
Hij stelde zich vast voor als de boezemvriend van Berlusconi. Dat was hij niet, maar dat hij graag vrienden wilde worden met haar boezem was overduidelijk. Anna ging zonder twijfel overstag terwijl ze gretig naar de portemonnee van Gigi staarde…
Tot volgende week,
K.