Roast-Battle
Ontwikkeling.
Dat is waar ik bij mezelf heel erg blij van word.
Dat ik merk dat ik beter word in zaken waarin ik graag beter word.
Dat ik op m’n bek ga en dat die misser er juist voor zorgt dat ik in de toekomst anders handel.
Die misser moet gemaakt worden.
Wat ik ook heel vaak hoor is: “Dat je later niet het gevoel hebt; had ik het toen toch maar gedaan!”
En dat klopt!
Ik heb meegedaan aan een ‘Roast-Battle’.
Dat is een vorm van comedy waarin comedians elkaar ‘Roasten’ in wedstrijdvorm.
Een tegen een.
Vijf grappen per persoon.
Om de beurt een grap.
Onder het mom van:
‘Hoe kan ik de ander zo hard mogelijk kapot maken, om te uitten dat we vriendjes zijn.’
De Jury beslist wie wint.
Mensen die mij kennen, weten dat ik over het algemeen een vredelievend mens ben en graag het beste in de ander wil zien, of het beste uit de ander probeer te halen.
“Hoe ga jij dit dan in godsnaam doen, Karel?”
Dat wist ik ook niet.
Ik wist alleen dat ik iets ging doen wat buiten mijn comfort-zone lag.
Bevriende comedians hebben mij geholpen hoe zoiets aan te pakken.
Ze hebben mij geholpen met schrijven, geholpen mijn schuldgevoel te laten verdwijnen en hebben mij heel veel laten lachen.
Ik ontwikkelde!
Ik speelde de Roast-Battle en ik won.
Achteraf gezien ben ik blij dat ik met de Roast-Battle meegedaan heb.
“Zeker omdat je gewonnen hebt.”
Nee.
Ik ben blij omdat ik iets nieuws heb gedaan wat te maken heeft met mijn grote droom.
Ik heb een stapje verder ontwikkeld richting mijn droom om cabaretier te worden.
Ik ben mij bewust van een onderdeel, binnen mijn toekomstige vak, waarin ik mijzelf niet direct thuisvoel.
Maar waar ik, met hulp van anderen, mezelf wel kan redden.
Het onderdeel; ‘puur op de man af iemand kapot maken’ is niet aan mij besteed.
Ik kan het blijkbaar wel, maar het is niet mijn hobby.
Dat is toch fijn!
Dan weet ik weer iets meer van de wereld.
Van sommige zaken in het leven weet ik zeker dat ik ze nooit hoef te proberen, maar als het om cabaret en comedy gaat, moet ik wel weten wat het behelst en het echt meemaken.
Toch vond ik het ook leuk om mee te doen en zelfs te winnen!
Alsof ik iets had overwonnen.
M’n angst om anderen te kwetsen of niet aardig gevonden te worden kan in deze situatie niet snel misgaan.
Conclusie:
Probeer, Proef.
Gloreer, Gêneer.
Accepteer, Leer.
PiefPaf, Poef.
Tot volgende week,
K.