Sorry!
Mijn excuses voor het niet verschijnen van Karelscolumn op 1 januari.
Het ging niet, en ik zal proberen uit te leggen waardoor dat kwam.
Heb jij dat ook wel eens?
Dat er zoveel onrust in je lijf zit dat je constant van gedachte naar gedachte gesleept wordt en je het even niet helder hebt?
Dat heb ik de laatste tijd.
Ik kan me niet focussen.
Als ik met het een bezig ben, zit ik met mijn gedachten alweer bij het ander, en zo gaat dat de hele dag maar door. Alsof ik in een achtbaan zit die niet stopt.
Is mijn leven dan zo ontzettend druk?
Ik denk van niet.
Maak ik mij ontzettend druk?
Ik denk van wel.
Constant denk ik na over de consequenties die ik misschien voor m’n bek zal krijgen omdat ik een bepaalde keuze maak of omdat ik iets zeg. Alles al invullen, zonder dat ik ook maar iets weet.
Gek word ik ervan!
Een voorbeeld van een gedachte in mijn hoofd:
“Stel dat ik dit nu tegen hem of haar zeg, ja dan zal hij wel dit of dat van mij denken en dat geeft me een nog minder fijn gevoel, maar toch irriteert het me, whaaaaa. Wat moet ik!? Ik zeg maar niks en laat het gaan.”
Maar dan ben ik het niet kwijt, en blijft het in m’n kop zitten!
Conclusie: geen rust!
Ik zit voornamelijk mezelf in de weg om te denken in het negatieve.
Daarbij komen een aantal deadlines die in m’n nek hijgen en dat geeft me geen rust.
De rust die ik wel nodig heb om Karelscolumn te schrijven.
Maar hoe maak ik die rust voor mezelf?
Door alle zaken die gedaan moeten worden gewoon te doen en dan maar afwachten wat het resultaat zal worden. Meer dan dat kan ik niet! Niks invullen!
En tijdens het afmaken van mijn to-do list plezier voor mezelf opbouwen, want de dingen die ik moet doen vind ik leuk! Als ik ze gedaan heb, kan ik ze afstrepen en dat ben ik nu aan het doen.
Gedaan?
Ja.
WEG!
Lekker?
Ja!
Zo.
Dit moest er even uit.
Vrijdag staat er gewoon een nieuwe column voor jullie klaar.
Ik eindig met een gek maar toch vrolijk verhaaltje.
Ik zette mijn fiets neer voor het kleine theatertje. Terwijl ik mijn slot aan het fietsenrek vastmaak zie ik een portemonnee op de grond liggen. Ik pak de portemonnee van de grond en neem hem mee het theater in. Ik zou die dag achter de schermen helpen bij een dansvoorstelling en ging binnen kijken of ik achter de gegevens van de persoon kon komen. Ik kom erachter en zoek haar op Facebook op. Ik stuur haar een privébericht met de tekst: “Ik heb je portemonnee gevonden, ben je in de buurt van het theater?” Zij antwoordt: “Ja, ik zit beneden bij de receptie. Zie je zo daar”
Ik vind het maar raar, ze geeft geen bedankje of zucht van verlichting. Maar goed, maakt niet uit.
Ik loop naar beneden en ze wacht onderaan de trap.
Ik geef de portemonnee aan haar en ze bedankt me.
Ik loop weer naar boven en wanneer ik bijna boven ben roept zij:
“Hee! Zat lekker niks in he!”
Tot vrijdag,
K.