Spoedkliniek voor dieren

“Goedenavond spoedkliniek voor dieren met Roy.”
“Goedenavond Roy, je spreekt met Karel Sanders. Ik zit met een probleem. Onze kat heeft 5 centimeter van een speeltje opgegeten. Wat moet ik nu doen? Zal ik je even de foto opsturen met een speeltje wat niet aangevreten is?
“Het zou kunnen dat het passeert, maar stuurt u de foto maar op. Dit is het e-mail adres.”

(de mail is verstuurd, ondertussen is Roy bezig met andere zaken)

Ja, goedenavond zou u uw handen willen ontsmetten? Oh u bent hier al een keer eerder geweest? Dan hoeft u uzelf niet in te schrijven. Wat is de naam? Roberta, had jij die bouvier al geopereerd? Is die andere ruimte met die Perzische al vrij?”

“Heb je de mail met de foto al ontvangen Roy?”

“Ja ik zie ‘m. Ik ga even in overleg. Dit is echt zo’n grijs gebied. Ik bel u straks even terug. Dag meneer Sanders!”

Roy belde terug en ik volgde zijn gevoel om het aan te kijken voor een paar dagen. Dit omdat het ook lastig is om katten te laten overgeven. En zeer waarschijnlijk ook omdat het een groot gekkenhuis was bij de kliniek, met gevallen die spoedeisender waren dan het geval van onze kat.

Mijn gevoel vertelde mij wel om een goede kennis te vragen, die dierenarts is, of deze werkwijze de juiste is. Die gaf mij aan: “Nu gaan, dit is niet goed.”
Ik belde Roy weer op. “Ahja! Van het stukje speelgoed. Je wilt toch komen? Ja ik heb pas om half 12 een plekkie. Ik verwijs je door naar Zwanenburg.”

Leek mij ook veel logischer. Als je naar een dierenkliniek moet, dan ga je naar ZWANENburg. We kunnen daar direct terecht. Ik bel de TCA om uit te leggen dat ik met een kat naar Zwanenburg moet. Dit is oke. Ze zoeken een taxi die dit zeker zal doen.

De man is super aardig, haalt mij op en brengt mij naar de kliniek. Met een mauwende kat in een reisbox, (die verder totaal normaal gedrag vertoont) rijden we richting Zwanenburg. Mijn vriendin moet thuisblijven, want de coronaregels vanuit het centrum in Zwanenburg hadden dit aangegeven. De taxichauffeur en ik hebben de afspraak gemaakt dat hij mij ook weer op zou komen halen. Het was tenslotte al 11 uur in de avond.

Ik zie een grote, stoere man met grote tattooages het centrum al huilend verlaten, zonder een huisdier aan zijn zijde. De toon is gezet. Ik ben blij dat ik alleen in dit centrum zit en dat mijn vriendin dit beeld bespaard wordt. Mijn kat mauwt. Het duurt langer en ik krijg thee aangeboden. De kat krijgt niks, maar lijkt ook rustiger te worden.

Ik ben aan de beurt en krijg informatie van de dokter wat ze gaan doen. “Ze krijgt een slaapmiddel waardoor ze misselijk wordt en wellicht gaat overgeven. Dat kan een half uur duren. We geven haar nog wat voer waardoor ze hopelijk nog meer misselijk wordt en alles eruit gooit.” Ik werd alleen gelaten met de kat en Facetimede mijn vriendin. We hebben een half uur lang onze kat enorm gemotiveerd om te kotsen, maar het lukte niet.

Er kwam nog een assistente binnen, die hield nog wat voer voor haar neus. Maar ze bleef gewoon wat beduusd zitten op een toetsenbord van een computer. Ze hield de computer zo wel uit de slaapstand, en viel gelukkig zelf ook niet in slaap. De dokter kwam terug. We begonnen het over andere opties te hebben. Echoscopie, Röntgenfoto’s, Camera naar binnen. De kostenplaatjes werden geschetst, het was intussen al drie kwartier later.

Totdat de dokter een beetje aan de buik begon te voelen, en daar een lichte massage op toepaste. Toen ging onze kat van de tafel af, en gooide alles eruit. MOOI! riepen we in koor. De dokter, mijn vriendin en ik waren nog nooit zo blij dat iemand gekotst had. Alles goed, we mochten met een gerust hart naar huis. Dus ik belde de aardige taxichauffeur.

“Ik ben er over twintig minuten. Dankjewel man.”

Kwart over 1 kwam hij aanrijden. Maar er zat iemand in zijn auto! Dit kan toch niet dacht ik. We zitten met coronaregels. Ik ga daar niet naast zitten! De persoon in de taxi bleek echter precies op deze plek te moeten zijn. Met haar kat. Bij de dierenkliniek in Zwanenburg. Dit is ongelofelijk! De taxichauffeur kon het niet bevatten. “Zij belt mij straks ook weer, haar haal ik ook weer op! Dit maak je niet vaak mee hoor! Ongelofelijk.”

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht