Straatsburg
Zoals een aantal van jullie misschien wel weten ben ik sinds een aantal maanden koerier.
Een nieuwe bijbaan.
Na een geweldige tijd in de horeca, bij mijn geliefde Café Hans en Grietje werd het tijd voor iets nieuws.
Dus fietskoerier in Amsterdam!
Supertof.
Ik lever, pakketjes af, laat de mensen tekenen en ga weer door naar het volgende adres.
Ik doe dat drie dagen in de week.
Een heel afwisselende baan, met sport en inspiratie als flinke pluspunten.
Af en toe ben ik ook koerier in de auto.
Dan rijd ik naar Rotterdam of Den Haag om ook daar de mensen te laten tekenen voor het pakketje.
In deze kersttijd ben ik frequenter in de auto.
Kerstpakketten moeten door het hele land bezorgd worden en dat heeft prioriteit.
Maar er bleek een nòg hogere prioriteit.
Ik had mijn laatste pakket van die dag bezorgd en nam contact op met de basis.
Zij vertelden mij dat er een zieke was, dus dat iemand anders morgen de auto zou rijden.
“Karel, zet de auto maar bij Dennis neer. Het is druk. Maar we gaan het redden.”
De kerstgedachte spookte door mijn hoofd.
Ik belde de basis op.
“Jongens, als jullie willen zou ik morgen ook kunnen werken. Dan rijd ik nog een dagje. Willen jullie dat?”
“Heel graag man. We bellen je zo terug.”
Vijf minuten later:
“Karel, jij kan morgen werken toch?”
“Ja.”
“Oke. Dan ga je naar Straatsburg.”
“Gaan we doen!”
De volgende ochtend stond ik om half negen klaar bij het adres waar het pakketje opgehaald moest worden.
Het plan was om voor vijf uur in Straatsburg aan te komen zodat het bedrijf waar ik moest leveren, nog open zou zijn.
Pakketje in de auto en onderweg naar Straatsburg!
Alles verloopt volgens plan.
Bij Geldrop, een plaatsje vlakbij Eindhoven, krijg ik opeens een lampje in mijn display.
Het olielampje begint te knipperen.
Ik ga naar een tankstation.
Koop een flesje olie, laat de man van het tankstation het voor de zekerheid inbrengen en rij verder.
Hij zei: “Dat knipperen kan nog even duren, maar dat zal na een paar minuten wel weer verdwijnen.”
Na een half uur was het knipperen nog steeds niet weg.
Nog maar een flesje doen dan?
Na het tweede flesje erin gedaan te hebben en weer tien minuten gereden te hebben vertrouwde ik het niet meer.
Ik ging eraf bij Mönchengladbach-Wickrath om een hapje te eten en wellicht een auto-garage te vinden.
“Guten tag, ich bin ein Hollander und ich habe eind probleem mit die olie”, zei ik in zeer zwak Duits.
“Was isst passiert denn?”, zei zij in hoog tempo en haast niet te verstaan dialect Duits.
“Das signal von die olie, geht plop, plop, plop, plop.”, bazelde ik, terwijl ik een knipperlicht met mijn hand nadeed.
“Ich soll mahl gucken.”, zei zij met een wantrouwende blik.
“Zuviel olie! Musst abgezoggen worden!”, zei ze.
Ik kreeg bij die laatste zin toch wat weerzin toen ik naar de lieve, maar toch niet al te knappe vrouw keek.
Ze stuurde me naar een garage en daar werd ik door “Herr Schmidt” geholpen, die het geen probleem vond om bij het afzuigen van teveel olie gewoon een sjekkie boven de openstaande motorkap te roken. Hij wilde twintig euro.
Prima.
Door dit alles was mijn planning om voor vijf uur aan te komen in Straatsburg natuurlijk volkomen van de baan. De klant die het pakketje aan mij had meegegeven was teleurgesteld, maar gelukkig was de dag erna ook nog mogelijk.
Dus vertelde mijn baas dat ik na het afzuigen van de olie door moest rijden naar Straatsburg. Dat daar een hotel voor mij geregeld zou worden en ik de volgende ochtend het pakketje zou afleveren.
Zo gezegd, zo gedaan.
Aangekomen in het hotel in Straatsburg, slaap ik snel in.
In de ochtend kom ik bij het adres aan in Straatsburg.
Vol verwachting sta ik met het pakketje voor de neus van twee heren van de beveiliging.
“Bonjour, je suis een chauffeur d’ Amsterdam. J’ai une paquette pour vous.”
“Bonjour. Merci. Mais c’est une paquette? Cela devrait, par poste.”
Dat laatste begreep ik ook niet.
“En Anglais s.v.p?”, vroeg ik.
In zeer gebrekkig Engels zei de man: “This paquette has to be bringed by a postman! Not by an chauffeur!”
Tot volgende week,
K.