Tante Riek
In mijn jeugd, toen ik nog bij mijn ouders woonde, werd er nooit gescholden. Niet gek, want er was ook geen reden tot schelden. We hadden niks te schelden en m’n ouders vonden het niet nodig. Niet dat het niet mocht, maar het was niet nodig.
Op de een of andere gekke manier vond ik dit jammer. Toen ik als kind bij anderen kinderen thuiskwam hoorde ik wel eens een ferme “Godverdomme!” of een prachtig balende “Kuhut!”. Heerlijk!
Ik moest het thuis doen met een verwensing naar een dier. Dat mijn moeder over iemand zei: “Goh wat een schaap”.
Maar als ik dan bij anderen thuis de scheldwoorden hoorde begon ik te lachen en was ik op de een of andere manier blij. Dan wilde ik nog wel eens met een brede grijns en een juichende vuist : “Yes” uitroepen. Deze geluksuiting van mij leidde weer tot onbegrip en verbazing van degene die “Godverdomme” of “Kuhut” zei, maar dat boeide mij niet.
Hier moest ik het dan mee doen, tot Tante Riek in mijn leven kwam.
Met mijn ouders en mijn broer woonde ik tegenover een bejaardentehuis en op een dag werd een van die bejaarden dement. Tante Riek werd ziek.
Ze kreeg Gilles de la Tourette, met de uitingsvorm ‘coprolalie’. Wat inhield dat ze de hele buurt bij elkaar schold, zonder dat daar enige reden voor was.
Zo werd er toch nog bij ons thuis gescholden! “Yes met een juichvuist!”
Natuurlijk is dit zielig en niet fijn voor Tante Riek, maar ik was twaalf. Ik genoot ervan en kon niet weten.
Dan deed ze de balkondeur open en schreeuwde ze met zeer schorre, maar toch duidelijk Amsterdamse stem:
“SCHOREM!
VUILE KOLEREN ROTZAK!
VUILE SEKREET!
OUWE VUILE KOLERENROTZAK!”
Dit was haar vaste uitingspatroon.
Ze had ook wel eens een uitschieter naar een onbekende dief:
“GEEF M’N GELD TERUG, ROTZAK!”
Deze uitingen waren overdag, maar mijn vader werd ook geregeld wakker van nachtelijke escapades van Tante Riek. Dan deed hij het raam open en terwijl zij net een : “SCHOREM” er uit schreeuwde reageerde mijn vader met: “Het is goed Tante Riek, je kan weer gaan slapen hoor! Ga maar weer naar binnen, ze zijn er niet.” Dan ging ze weer naar binnen alsof er niks gebeurd was.
Maar er is ook wel eens overdag een groepje opgeschoten jongens geweest die op het verkeerde moment langs de bejaardenflat liepen. Want Tante Riek had net haar balkondeur open gedaan om het vaste patroon er doorheen te jassen:
“SCHOREM!
VUILE KOLEREN ROTZAK!
VUILE SEKREET!
OUWE VUILE KOLERENROTZAK!
De jongens voelden zich aangesproken.
Die gingen terug schelden! Zij konden natuurlijk ook niet weten dat Tante Riek coprolalie had.
Buurvrouwen gingen zich ermee bemoeien en probeerden aan de jongens uit te leggen wat er aan de hand was.
Hierop reageerde Tante Riek door nog één keer keihard: “SCHOREM” te roepen en weer naar binnen te gaan.
Niet lang daarna is Tante Riek verhuisd, het ging niet meer.
Tot grote teleurstelling van mij.
Maar het gezin Sanders vond dat ik haar goed na kon doen.
Dus deed ik af en toe een Tante Riek show thuis.
En nu doe ik dat weer.
Tot volgende week,
K.