08A7AC82-23F1-423C-8DDF-9FCC197BE14A

Zij weet het antwoord al

De vrouw heeft een voorspellende gave. Heel vaak denk ik verbaasd; “Zij weet het antwoord al!?”.

Heel vaak weten vrouwen het antwoord al. Lijkt me heerlijk. Ik denk daarom ook dat er veel meer vrouwen in hoge functies terecht moeten komen. Dan kunnen ze daar de antwoorden geven. Zo lekker! Soms denkt de man; ‘waarom moeten er opeens gekke capriolen uitgehaald worden?’ Dat is om het leven interessant te houden! Anders is er geen fuck meer aan voor die slimme vrouw! Die ziet al drie keer in haar hoofd hoe het af gaat lopen. Dat is toch ook niet leuk? Ze willen verrassing! Ze willen contrast! Ze willen drama! Ik denk dat ik daar achter ben gekomen toen ik nog op de middelbare school zat.

Dan fietste ik vaak samen met meisjes terug van school. Drie kwartier fietsen. Ze vonden het fijn om met mij te fietsen, want ik ging dan luisteren en dan konden zij hun verliefdheidsverhalen aan mij kwijt. Waarom die jongen zo leuk en stom tegelijk was. En dat ze dan ook stiekem bij z’n voetbalwedstrijd was gaan kijken. Maar dan net voor de rust weg, zodat het hem niet zou opvallen. En ik luisterde, maar ik dacht ook: “Jezus, die gast moet ook wel echt dom zijn om dat meisje niet te zien tijdens zijn wedstrijd.”

Maar dat zei ik niet. Ik leerde. Ik begreep nu hoe de vrouw op onderzoek ging om te kijken of deze man ook buiten de schoolmuren nog steeds zo’n stoere en leuke gast was. Dat ze kon zien hoe hij met de anderen omging in zijn team. En als dat dan goed was, dat ze nog meer kon smelten van zijn looks en zijn vechtlust voor die stomme bal waar ze achteraan renden. We waren aangekomen bij de brug. Zij moest naar links en ik naar rechts. “Morgen weer fietsen?”, zei ze. “Ja is goed!”, zei ik.

De dag erna had ze verdriet. We fietsten terug en ze vertelde dat ‘hij’ heel erg lief had gekeken naar een meisje van een jaar hoger. Een meisje van vier havo. “Daar kan ik toch niet tegenop! Zij is ook veel knapper dan dat ik ben!”. Ik stelde haar gerust, en gaf haar complimenten. Ze vrolijkte er al wat van op. Ze was nog steeds verliefd, maar ze vond hem nu ook stom. Ook omdat hij tijdens de pauze had voorgedrongen in de kantine. Hij had het laatste warme broodje ham/kaas genomen, wat zij zo graag wilde. “Dat snap je toch wel? Jezus!” Ik snapte er niks van, maar ik zei overtuigd: “Ja. Die gast had gewoon een ander broodje moeten nemen. Wat een lul”

“Nee! Hij is geen lul! Hij is leuk en lief!”
“Maar waarom zeg je het hem dan niet?”
Dat durf ik niet! En hij keek ook zo leuk naar dat meisje van vier havo!”

De brug kwam. Zij ging naar links, en ik ging naar rechts. Ze wist het antwoord al. Het was teveel gedoe. Er was teveel drama voor nodig. “En dat is zo’n stumper uit drie vwo het niet waard. Dat komt later wel, als ik aan het lunchen ben met vriendinnen. Dan drinken we witte wijn en kunnen we zachtjes huilen om de dingen die we eigenlijk allang wisten.”

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht