Augustus 2019
In augustus 2019 is mijn laatste echte vakantie geweest. Met mijn vriendinnetje vijf dagen naar Frankrijk, voor een trouwerij in de Champagnestreek waar ik niemand kende. Wat een bijzonder mooie ervaring. Tijdens deze vakantie werd ik ‘ten samenwonen’ gevraagd. Hier was ik blij verrast door, en na thuiskomst en er een aantal dagen goed over nagedacht te hebben zei ik vol overtuiging: Ja!
Dit samenwonen is toen met alle horten en stoten voorbereid. Mijn vriendin heeft al haar spullen bij elkaar gezocht. Mijn huisgenoot, en beste vriend, heeft in harmonie een nieuwe plek gevonden. Ik heb spullen moeten verwijderen uit het huis. Oftewel vanaf augustus 2019 tot aan maart 2020 is er nagedacht, gezocht, gepraat en gesjouwd. Zodat iedereen carte blanche zou beginnen op 1 maart 2020.
Twaalf dagen later kwam er een lockdown.
Ik zei nog op 28 februari tegen mijn beste vriend: “Neem die televisie nou maar mee! Anders heb ik er 2! Je weet nooit wat er gebeurt. Dan heb je in elk geval een televisie, en kan je gamen en voetbal kijken.” Hij dacht er nog even over na, en besloot de televisie toch maar mee te nemen. “Misschien wel fijn voor tijdelijk, ja.” Achteraf gezien een essentieel besluit. Alleen het voetbal kijken is hem wel vies tegengevallen.
Twaalf dagen later zaten mijn vriendin en ik, en de hele wereld met ons, in een lockdown. Na anderhalf jaar samen te zijn werd het misschien tijd voor samenwonen, ja absoluut. Logische stap. Maar vanaf vandaag zijn we 96 dagen bij elkaar. 96 dagen! Misschien dat ik in al die dagen een paar uurtjes ben weggeweest. That’s it. We werken vanuit huis, laten boodschappen bezorgen. Waarom naar buiten als het niet noodzakelijk is? Daar voelen we ons goed bij. Klaar.
De eerste Nederlandse Big Brother, het reality tv-experiment waar onbekende Nederlanders met elkaar in een huis moesten verblijven waar ze niet uit konden, en waar ze door (geheime) camera’s gefilmd werden, duurde 106 dagen. Als je er niet uit gestemd werd door je medebewoners, het überhaupt volhield, en ook nog eens de populairste bij de kijkers werd, dan won je 250.000 gulden. Bart won 250.000 gulden, nog gefeliciteerd Bart! Over 10 dagen, zal onze situatie anders zijn. We winnen geen 250.000 gulden en kunnen we niet intiem met onze vrienden en familie doen alsof er niets aan de hand is.
De enige waarheid die er is, is dat er na 96 dagen gemoederen oplopen. Niet meer dan normaal. Mijn gedachten beginnen af en toe wat te spoken, en mijn vriendin wil graag meer ruimte waar ze met zichzelf kan zijn. Mijn baan stopt in september en mijn culturele dromen die ik in februari had, zijn de prullenbak in. Zoals ik in mijn vorige column al geprobeerd heb duidelijk te maken ben ik op zoek naar een baan. En het liefst ondersteunend in het onderwijs. Maar daar is tot op heden nog geen zekerheid over.
Is het dan allemaal kut Karel? Heb je nergens ergens een strohalm voor ons? Jawel. Ik probeer mijn gedachten te sturen naar leuke, lieve dingen. Zoals die vakantie in augustus 2019. Waar mijn lieve vriendin en ik in de Champagnestreek van Frankrijk waren. We waren net in de kerk bij de trouw-ceremonie geweest, en reden met de auto terug naar ons hotel. Iemand die ook in ons hotel sliep reed met ons mee. Ze kwam uit Zweden en was heel aardig.
Daar reden we dan, met z’n drieën. Over een weg, die blijkbaar niemand had gevonden. Alleen wij reden daar. Mijn vriendin, de onbekende lieve Zweedse en ik. Het was warm in de auto, geen airco. Alle ramen waren open en de wind blies zacht op onze hoofden. We reden berg-af. Ik gaf geen gas, de auto reed vanzelf door de helling van de berg. We keken om ons heen, zagen glooiende gele landbouw velden, opgestapelde strobalen, grazende koeien en schaduw gevende bomen. Daarnet hadden, voor onze ogen, twee mensen de liefde aan elkaar verklaard en wij voelden die liefde gedurende die autorit.
We zeiden kort iets tegen elkaar, over hoe speciaal en mooi dit was, maar voor de rest bleef het stil. We genoten intens en we hoefden er helemaal niks voor te doen. De berg accepteren, en ons vooruit laten rollen. Gewoon er zijn.
Tot volgende week,
K.