Dans met je spiegel!
Dans met je spiegel!
Kijk in hem, pak ‘m vast en dans de vloer onder je vandaan.
Zeg dat jij hem mooi vindt, en dat jij zonder hem niet zou bestaan.
Spiegeltje spiegeltje in m’n hand.
Zag ik jou maar wat vaker, en niet in gedachten,
Dan bleef ik uit donkere, duistere nachten.
Waar ik alleen ben op een koel en leeg strand.
Daar komt dan de onrust, van waar komt gevaar?
Is het normaal dat ik mijn adem verzwaar?
De zee helpt met zijn rustige en warme golven.
‘Kijk in mijn spiegel, laat gaan die nare wolven’
De vuurtoren schijnt licht, en wijst me naar een huis.
De open haard brandt binnen, met matrassen, wijn en kaas.
Daar staat ze binnen, met een lieve glimlach, geen gevoel van baas.
Gewoon pure liefde en aandacht, zonder enige vorm van ruis.
Ze wijst me op een spiegel, en ik loop daar stilletjes heen.
Terwijl ze mijn loop volgt, voel ik haar ogen in mijn rug.
Ze voelen warm, ze geven liefde, absoluut geen sprake van mug.
‘Pak maar vast die spiegel, dans! Je bent hier niet alleen.’
En zo wals ik door de warme kamer, en laat de spiegel niet meer los.
Het voelt zo fijn, ik geef me over, er is dans en liefde zonder chaos.
Ik zie en hou van mijn dans, en de spiegel weerkaatst dat gevoel.
Ik wil naar haar kijken, boven de spiegel, maar ga ik dan op m’n smoel?
Ze is zo mooi, lief en kiest haar woorden zorgvuldig.
Misschien ben ik gewoon nog wat ongeduldig.
Dus wacht nou nog maar, en geniet van die spiegel en dans dans dans.
Want je weet nooit, misschien pakt zij straks wel haar kans.
Dan duwt zij de spiegel naar benee, en haar handen richting mijn gezicht.
Spiegel naar de muur, nu niet ik, maar haar schoonheid, prachtig verlicht.
Ze laat me verdwijnen in haar mooiste en rijkste fantasie.
Er wordt gezoend, en wordt gedanst, zit ik in de film Amelie?
Ze zingt zachtjes in mijn oor;
‘Dans met je spiegel, dans!
Geef jezelf de rust en de kans.
Om te vinden wie je bent,
En je jezelf steeds beter kent.
Ze schenkt wijn in, en loopt met een heel elegante pas richting de keuken.
Haar kimono valt niet te betrappen op ook maar iets van kreuken.
De spiegel pakt ze weer van de muur en vraagt me naast haar te gaan staan.
We kijken. ‘Nog veel mooier samen! Zullen we dan nu samen dansen gaan?’
Tot volgende week,
K.