Natuurlijk
Soms verdwijn ik in mijn gedachten dat ik kan leven van mijn creativiteit. Dat ik niet meer hoef bij te klussen op kantoor of waar dan ook. Dat ik van theater naar theater mag reizen met mijn eigen cabaretprogramma. Dat ik met mijn column wekelijks op de landelijke radio te horen ben en elke maand in een (internet)tijdschrift een extra column doe. Het lijkt me zo fijn.
Maar ik ben daar nog niet. De gedachte is helemaal goed, dat houdt mijn idealen scherp, mooi! Maar op dit soort momenten klopt mijn zelfbewustzijn en mijn sterke intuïtie even flink aan de deur: “Nee Karel, je kan jezelf wel allerlei dingen gaan toe-eigenen maar je weet dat het niet klopt. Het voelt onjuist. Je hebt daar nog helemaal geen recht op. Mooi dat je die gedachte hebt, dat is prima, maar ga er eerst maar voor werken jongen. Het moet ‘natuurlijk’ komen.”
Nu zal jij als lezer natuurlijk zeggen: “Nou! Dat is niet zo moeilijk toch? Gewoon super veel energie en aandacht in je creativiteit stoppen. Keihard werken op dat podium en achter je computer. En dan zal het je echt wel lukken! Zo ben ik ook aan mijn baan gekomen, gewoon keihard werken, klaar!” Ik ben super blij voor je! Echt heel fijn dat je zo’n toffe baan hebt gekregen. Als mensen blij zijn met wat ze doen, dan geeft dat energie. Echter in de kunst/creatieve hoek zal je altijd je brood ergens anders vandaan moeten halen. Met heel veel toewijding en energie haal je geen salaris om van te leven.
Dus wordt mijn focus op wat ik aan het doen ben altijd verstrengeld met ruis en afleiding. De ruis en afleiding die noodzakelijk zijn om mezelf in leven te houden. Een frustratie. Maar blijkbaar moet het zo zijn. Blijkbaar is dat ook onderdeel van het harde werken. Terwijl ik eigenlijk die creativiteit wil laten spelen. Om op die manier anderen juist blij te maken, met een andere manier van werken. Een manier van werken die veel meer bij mij past.
Maar het gaat dus om een naturel iets. Dat het klopt. Dat er geen gekke gezichten komen: “Waarom staat Karel ineens daar? Hoezo is dit? Dit slaat toch nergens op?” Want die gekke gezichten en die beschamende verbazing heb ik al zovaak meegemaakt. En ik kan je vertellen dat ik er vaak zelf voor gezorgd heb dat dat gebeurde. Maar nog vaker voelde het aan alsof iemand mij platwalste door een stamwals die ik zelf aan hem of haar gegeven had.
Oftewel, als je aan mij vraagt. “Karel ben je nog steeds bezig met het najagen van je dromen en je idealen?” Dan zal ik je zeggen: “Ja. Natuurlijk.”
Tot volgende week,
K.