Scriptie
Vanaf eind augustus ben ik bezig om mijn scriptie volledig af te maken.
Ik had al heel wat voorwerk gedaan maar werd steeds afgeleid door prioriteiten.
Dus nu zit ik ongeveer op zeventig procent van het gewilde resultaat.
Op school werk ik het beste, dus doe ik daar mijn oortjes in en zit ik te tikken.
Van ’s ochtends tot begin avond ben ik op school en dat begint de docenten ook op te vallen:
“Zo Karel, jij bent er vaak!?”
“Ja, ik ben aan het afmaken.”
“Goedzo jongen. Goedzo. Werd ook wel eens tijd he!?”
Die leraren van mijn studie hebben ook een apart leven hoor.
Deurtje open met de schoolpas, deurtje dicht. Koffie halen. Waanzin gesprekje voeren met een student. Collega begint over hoe zijn dag gisteren was. College geven. Weer koffie. Computertje. Weer koffie. Naar studenten kijken die nog een heel leven voor zich hebben. Zuchten. Computertje. Koffie. Klokje kijken. Tasje inpakken. Fietsje. Thuis.
Ze doen het goed. Want ik zie binnen de gesprekken die ze hebben met studenten, dat de studenten opleven en kansen zien om hun studie weer op te pakken. Een productieve en fijne sfeer hangt er in de lounge.
Om bij die lounge te komen moet ik naar acht hoog. De lift dus.
Nu het studiejaar net is begonnen zijn er studenten die nog aan het nieuwe leven moeten wennen. Dat merk je het beste in van die volle liften. Dan zijn de meisjes zo onzeker en twijfelachtig dat ik opeens dit in een volle lift hoorde:
“Hee Charlot, waar staat BG eigenlijk voor?”
“Bulgarije toch?”
“Ohja! Maar hee nee wacht, we gaan toch niet nu naar Bulgarije?”
“Aight! Vet! Harry Potter shizzle. Je weet zelf!”
Maar ook van die straatmocro’s met van die heuptasjes en gucci-petjes zijn nog hun plek aan het vinden.
Ze staan in de rij voor het servicepunt en ze blijken problemen te hebben met hun HvA pas.
“Waarom zijn wij nu weer die chappies met probs ouwe. Ik bedoel ik snap dat we er niet echt studie uitzien ofzo, maar je weet toch. What the fuck.”
“Luister brother. Ik check m’n shit voor die baggelor en challaz. Misschien nog chickies. Fok deze shit. En die fokking pas.”
Toen ik de laatste spreker het woord ‘baggelor’ hoorde zeggen wilde ik hem bijna een hand geven.
Deze jongen is zo vrij van geest dat hij het woord ‘bachelor’ kan uitspreken op de Nederlandsche wijze; ‘baggelor’.
Wat een held!
En terecht ook.
Wat nou Engels.
Ik doe een Nederlandsche studie!
Doe eens normaal man!
Terug aangekomen in de lounge zit ik weer te tikken met mijn oortjes in.
Mijn liedje is net afgelopen dus ik hoor weer omgevingsgeluid en vang gelijk een zin op:
“De tijd schiet echt niet op, als je moet wachten.”
Ik volgde haar en haar wachtgenoot en tot mijn verbazing gingen ze de docentenkamer in om te vragen ‘of er misschien bordspellen aanwezig waren.’
Welkom op de Hogeschool van Amsterdam.
Ik ga weer verder aan m’n scriptie.
Tot volgende week,
K.