OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Slapen

Als negentienjarige jongen kreeg ik een vriendinnetje waar ik anderhalf jaar een relatie mee had. Ik was meer dan trots op mijn prestatie. Ze zat al een tijdje in mijn hoofd, ik kwam ook in het hare terecht en de puzzelstukjes vielen in elkaar. Het voelde magisch. Na een tijdje als we in bed lagen zei ze vaak tegen me: “Lief; er is toch niks lekkerder dan slapen?”

Dat kwam toen best wel hard bij me binnen.
Ik kon veel lekkerdere dingen bedenken.
Maar als ik er nu zo op terugkijk is slapen wel echt een verademing.
Ik ben echt even bij mezelf.
Zonder dat ik hoef te luisteren of mijn gedachten worden gevormd door een ander.

Ik ben namelijk een koning op het gebied van gevoelens overnemen of emoties opslurpen.
Vrienden of mensen die ik ken kunnen dan hele verhalen vertellen en ik voel alles overgeheveld worden van zijn/haar kant naar mijn kant. Misschien toch psycholoog moeten worden, hoor ik u denken.
Nee. Het lukt alleen bij mensen die ik leuk en lief vind en dat ik weet dat ze de waarheid zeggen.

Maar terug naar het slapen.
Het lekkerste slapen vind ik om zeven uur wakker worden, dan balen dat je wakker bent geworden en dan toch nog door kunnen slapen tot half twee. Dat is de dag beginnen met een overwinning.
Vaak kom ik laat thuis door comedy of cabaret. Dan wordt het slapen ook beïnvloedt.
Dutjes op de bank zijn dan ook echt een geschenk. Met zo’n plaid en twee kussens. Uurtje even weg zijn.
Heerlijk.

Bij een lange vlucht, of zo’n busreis naar je ski-vakantie. Dat je allemaal mensen om je heen hebt waar je niet echt iets mee hebt. Dat je dan lekker je ogen dicht doet en dat het lukt. Want dat is de moeilijkheid vaak. Of het lukt of niet. Maar dat het dan lukt en dat je dan niet al je boek voor je vakantie al helemaal uit hebt. Dat je met een slaperig hoofd de bus uitstapt, je een kopje thee drinkt bij dat Duitse tankstation en dat het daarna weer lukt! Dat je verder droomt:

“Ik moest weer aan haar denken.
Aan mijn vriendinnetje van toen.
Ze zei “er is toch niks lekkerder dan slapen?”
En daar moest ik het mee doen.

Ze was vaak heel erg blij.
Ze lachte snel, ook wel om mij.
Ze maakte het uit, ik was te lief.
Misschien wilde ze meer slapen.
Dromen, zonder dat ik haar ontrief.”

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht