IMG_4161

Soms

Soms ben ik zo fucking bang. Bang dat ik het allemaal niet goed doe. Dat ik een ontzettend domme gast ben die geen fuck begrijpt van geld. Dat ik dingen tegen mensen zeg, alsof ik de waarheid in pacht heb. Dat ik ze de les lees. Soms denk ik dat ik mijn goed bedoelde adviezen wel een keertje voor me mag houden. Hou je bek maar eens.

Soms ben ik zo ontzettend blij als ik over straat loop met m’n sweater, want een jas is niet nodig. Dat ik dan rondloop om te kijken hoe mooi de huizen in Amsterdam zijn. Dat ik kilometers loop, in de hoop dat ik daarmee mijn conditie ook nog een beetje op peil hou, en ook mijn verhalen en grapjes kan bedenken.

Soms zit ik thuis en ga ik vrienden bellen. Puur om het bellen. Niet om iets te vragen. Nee gewoon het telefoongesprek. Alsof ik een vrouw ben die lekker in de trein met haar vriendin gaat bellen om het afgelopen weekend even door te nemen. Zo’n gast ben ik ook. Maar dan niet in de trein, maar gewoon thuis.

Soms jank ik om de gekste dingen. Dan kan ik ontroerd raken door helden. Dan heb ik het stuk al zo vaak gezien of gehoord. Toch rollen de tranen over m’n wangen. Dan bedenk ik me ook dat anderen dit misschien helemaal niet hebben en mij een aansteller zullen vinden. Maar ik ben er zo blij om dat ik het heb. Dat ik het echt voel, en het niet hoef te rationaliseren.

Soms heb ik de balen van mezelf, over mijn constante angst of ik de ander niet kwets. Dan voel ik me vanbinnen zo ontzettend triest. Ik gun het mezelf niet om de rust te hebben dat echt niet elke gedachte die ik heb, tot een confrontatie leidt. Ik ben zo’n conflictmijdende eikel. Ik ga er alleen voor wanneer ik echt denk dat het nodig is en als ik kans zie om het te winnen. Want vanbinnen heb ik het conflict al tachtig keer gevoerd.

Soms zou ik willen dat al die mensen met hun kutverhalen over hun werk een keertje hun bek hielden.

Soms droom ik over New York. Dat ik daar fiets. Achter mijn neef aan. We rijden onder een metrobrug en het geluid is oorverdovend. Ik heb het gevoel dat ik in een film zit. We rijden tussen de auto’s door. Want we willen koffie.

Soms ga ik naar de kapper. Dan doe ik precies wat iedereen doet. Zitten. Je hoofd stil houden en wachten tot het klaar is. Af en toe lul je wat. Maar soms gaat het anders. De jongens van de kapper weten dat ik een grappenmaker ben, en ze vragen me vaak de vraag der vragen. Inmiddels weten ze dat het een kansloze vraag is, en lossen ze het anders op. De jongen die mijn hoofd onder handen nam vroeg:
“Karel, heb je de tijd?”
“Ja, dat heb ik.”
Dan kunnen de grappigste dingen gebeuren.

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht