Taakverdeling

Sinds afgelopen maart is er in mijn huis een taakverdeling ontstaan. Er wordt namelijk samengewoond en dat is iets anders dan samenwonen met een vriend. Daar ging het leven vaak langs elkaar heen, en werd er apart gegeten. Samenwonen met mijn prachtige vriendin gaat anders. Vanmorgen kreeg ik daar een extra bevestiging op.

Mijn tactiek in het leven, eerst het zuur dan het zoet. Lekker in de ochtend de verplichte nummers, daarna een mooie dag beleven. Dus liep ik vanmorgen met plastic, oud papier en glas richting de afvalcontainers. Ik mikte de inhoud met alle plezier in de verschillende gleuven. Zat ook een mooi tempo in. Ik was klaar en achter mij kwam er man die ook zijn taakverdeling kwam vervullen.

De man was echt enorm blij om mij daar te zien. Er kwam een overdreven ‘goedemorgen’ uit. Met een big-smile. Ik voelde aan hem dat hij blij was dat ik ook de taak had om het vuil buiten te zetten. Net zoals dat in zijn relatie afgesproken was. Er was een verbinding. Hij voelde zich niet meer alleen. Hij was ook trots op zijn taak. En dat alles voelde ik in die ‘goedemorgen’ van hem.

Met een goed gevoel liep ik door. Ik voelde mezelf ook gesterkt in een gedeelde taak met een straatgenoot. Ik ging richting supermarkt om daar ingrediënten te kopen voor een gerecht wat ik vanavond ga proberen te maken. Koken neemt mijn vriendin altijd voor haar rekening. Nu wil ik vanavond ook een stap in haar richting doen, en proberen mijn kookkunsten wat te verbreden. Als die kookkunsten er überhaupt al zijn.

Ik deed allemaal dingen in de supermarkt die ik normaal gesproken nooit doe, of echt het meest verschrikkelijk ooit vindt. Ik heb bijvoorbeeld gevraagd of er een ‘weegschaal was voor het wegen van mijn sperziebonen’. De medewerker zei dat die er was, maar ik heb er geen gezien. Op de gok heb ik een aantal handen sperziebonen in het zakje gemieterd, in de hoop dat ik op 250 gram zou uitkomen.

Ik had een lijstje, met pen en al meegenomen om alles af te kunnen vinken. Alles afgevinkt en wel, kom ik aan bij een lege kassa en bewaar ik mijn zakje sperziebonen tot einde. Ik vraag aan de kassière hoeveel gram het is, en het blijkt 155 gram te zijn. 100 gram te weinig! Toen deed ik iets, wat ik echt haat. Ik liep weg van de kassa om alsnog sperziebonen in het zakje te stoppen zodat de verhoudingen voor mijn recept van vanavond in elk geval zouden kloppen.

IK WAS GEWOON ZO’N EIKEL DIE WEGLOOPT BIJ DE KASSA OM NOG IETS TE GAAN REGELEN. Ik haatte mezelf. Want natuurlijk staat er, wanneer je terugkomt met je sperziebonen, net een man die dan heel verbaasd is dat hij nog niet zijn spullen kan gaan afrekenen. Ik was het zo met die man eens. Ik haat die weglopers! Nu was ik het zelf. Omdat ik mijn sperziebonen niet kon wegen. Ik voelde mezelf zo’n een trut, en ben er de rest van mijn leven zeker niet trots op. Weglopers bij kassa’s. Wat een losers.

Nu maar hopen dat de bobotie smaakt vanavond. Aan de hoeveelheid sperziebonen zal het in ieder geval niet liggen.

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht