foto

Aanbelverwachting

Het gevoel dat je hebt als je thuis wacht op de komst van bezoek. Wat ga je doen? Ik weet het niet. Je doet in dat tijdsbestek nooit iets waar je achteraf van denkt; ja, dat was handig. Want het bezoek kan elk moment aanbellen. Dus je gaat niet beginnen aan een computerspelletje want dan gaat net de bel op dat moment. Met die situatie heb ik van jongs af aan leren omgaan. Het was een harde leerschool, maar wel een goede.
Ik had het altijd met avondeten. Dan schreeuwde mijn vader door het trappenhuis: “ETEN!!” en dan reageerde ik met: “Ik kom zo, zit midden in een spelletje!”.
Een kwartier later werd ik dan meestal in dikke tranen van mijn kamer afgesleurd. Al snikkend zei ik: “Maar ik heb het nu niet opgeslagen! Daar gaat mijn nieuwe highscore! Dan is m’n eten maar koud!” Mijn vader zette mij op de stoel voor het bord eten neer en toch hield ik mijn klaagzang vol. Toen kwamen de wijze woorden van mijn vader:
“Doe niet zo verwend Karel. Hou op met dat gezeur en ga lekker eten.”
Achteraf ben ik ontzettend blij dat mijn ouders zo gehandeld hebben.

Soms verwacht je dat iemand aan gaat bellen, maar weet je het niet zeker.

Fiets mijn straat in en zie dat er meerdere politieagenten rondlopen. Ze doen voordeurinterviews in de straat. (Buurtonderzoek?) Zie dat ze bij buren aanbellen en een gesprek voeren met pen en papier in de hand. Ik zet mijn fiets neer, doe mijn deur open, loop naar boven en pak de boodschappen uit. Ik verwacht dat er elk moment ook bij mij aangebeld zal worden. Maar het gebeurt maar niet. Dan besef ik me ineens hoe bizar deze situatie is; ik baal ervan dat de politie niet bij mij aanbelt. Ik denk dat sommigen daar een moord voor doen.

Maar er kan ook onverwachts opeens aangebeld worden.

Ik kom net voor middernacht aan bij mijn huis. Zet mijn fiets neer, doe de deur open, check de postbus en doe de deur weer dicht. Net voordat ik naar boven loop zie ik een mannelijke gedaante voor de deur staan en die belt bij een van de verdiepingen aan. Ik gok dat hij voor iemand van de eerste of tweede verdieping komt en doe de deur voor hem open. Het is duidelijk dat dat het geval is want hij knikt vriendelijk en kijkt daarna weer op zijn telefoon. Ik loop naar boven en hij loopt achter mij aan. Op de eerste verdieping is hij nog niet gestopt met lopen, dus dan zal het de tweede verdieping zijn. Maar na de tweede verdieping is hij nog steeds niet gestopt met lopen. (Dan bedenk ik me de politieagenten die de voordeurinterviews hebben gedaan. Zou het hier iets mee te maken hebben? Het wordt nu wel wat spannend…) Ik kijk om en zie dat de jongen van zijn telefoon opkijkt en verbaasd om zich heen kijkt. Hij zegt: “Huh, this is number … right?” Ik vertel hem dat dat het huis hiernaast is. We lachen en hij loopt terug naar beneden. Niks aan de hand. Dan kom ik boven en zie ik in de deuropening het slaperige hoofd van mijn huisgenoot:

“Yo, had je geen sleutel bij je ofzo?”
“Jawel”
“Waarom bel je dan aan?”

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht