Daar lig ik dan, op de bank
Daar lig ik dan, op de bank. Te hopen dat er een oplossing is gevonden op mijn werk. Ik was de vorige dag al een half uur eerder weggegaan. Maar het heeft me niets geholpen. “Het spijt me echt, maar ik voel me gewoon niet goed.” “Karel, ziek is ziek. En je klinkt ook niet goed. Klaar.”
Daar lig ik dan, op de bank. Te hopen dat mijn koorts weg wil trekken. De klootzak. En nog eens hoesten, ja doe er nog een beetje hoofdpijn bij, natuurlijk!. Mijn telefoon trilt. Zij is het. “Ik zou over tien minuten de deur even opendoen als ik jou was. En nee, ik sta er dan niet…” De deurbel gaat: “Karel?”, hoor ik aan de andere kant van de lijn. “Ja”, mompel ik. Er komt een bezorger aan met broodjes en jus d’orange van mijn favoriete slager. Ze is zo ontzettend lief.
Daar lig ik dan, op de bank. Te hopen dat Tiafoe het Nadal moeilijk kan maken. De Australian Open is tot nu toe een erg fijn toernooi met mooie wedstrijden. Maar Nadal en die Djokovic slopen elke tegenstander totaal. Ben erg benieuwd wie er gaat winnen in de finale. Stond Federer of Tsitsipas er maar. Dan wist ik tenminste voor wie ik zou zijn. Nu ben ik voor Djokovic, ook omdat Zij voor hem is.
Daar lig ik dan, op de bank. Te hopen dat men het niet erg vindt, dat ik niet kan komen op hun evenementen. Of ik hoop juist wel dat ze balen dat ik er niet ben. Weet ik veel. Ik hoop gewoon dat ze het leuk hebben. Mijn telefoon trilt. Zij is het. “Ik kom er zo aan, eerst nog even een stop ergens.” Ze belt aan en heeft een voedselpakket voor twee dagen meegenomen. We kijken comedy en lachen op dezelfde momenten. Ben ik ziek? Of droom ik gewoon? Dit is zo mooi. Zij ook trouwens.
Daar lig ik dan, op de bank. Te hopen dat ik morgen echt helemaal beter ben. Want ik ben er nu bijna. De bank is bijna weer voor mijn huisgenoot. Hij zal nog even moeten wachten, maar het gaat nu echt niet lang meer duren. Hij zal ook wel denken; daar gaat mijn lekkere zachte rode bank. Maar vanaf morgen is de bank weer van hem. Dan gaat het weer beter met mij.
Daar sta ik dan, midden in het leven. Te hopen dat iedereen die met mij te maken heeft, het tof heeft. Ook de mensen waar ik niet mee te maken heb natuurlijk. Maar voornamelijk de mensen die met mij te maken hebben. Want die zijn leuk. Daar heb ik voor gekozen. Die geven mij energie. Die geven mij de wil om beter te worden.
En dat allemaal van een griepje. Je wordt er emotioneel van! Nou. Tijd om dan maar lekker je weekend in te gaan. Maak ze gek. Geef ze liefde. Dan zal er vast wel iemand zijn die denkt: “Ja, dat lijkt me leuk ja!”
Tot volgende week,
K.