IMG_3648-0.JPG

De scholen zijn weer begonnen

Normaal gesproken geldt deze slagzin voor automobilisten die door fietsroutes rijden van naar (basis)school gaande kinderen en daarvoor moeten uitkijken.
In mijn ogen geldt deze zin voor studenten die moeten uitkijken omdat ze te maken krijgen met de organisatie van hogescholen.

Mijn studie CMV (door mijn vrienden genaamd: “Hoe stem ik zo links mogelijk?”) is een sociale studie. Het verder uitleggen van mijn studie is kansloos en of ik er straks een baan mee krijg is ook maar de vraag.
Een docent van mijn studie vat het zo samen: “Ik begeleid wereldverbeteraars”.
Dat is helemaal niet zweverig.

Ik kom aan op een andere locatie dan school, waar er workshops gaan plaatsvinden. Dit is speciaal gedaan om het jaar “fris te beginnen”. Leuk idee.
Voordat de workshops gaan beginnen krijgen we van onze begeleider een inleidend praatje over het jaar wat komen gaat en deelt hij ondertussen wat blaadjes uit. De studenten schrijven zich in voor drie workshop delen. Eén op dinsdagmiddag en twee op donderdag: ‘s ochtends en ‘s middags. Geregeld.
Woensdag bestaat niet voor wereldverbeteraars.

De workshops zijn geweest en waren interessant.
Dan het moment waar iedere student op zit te wachten. (250 man!).
“Jongens, het inschrijven via internet gaat niet meer. Het systeem werkt niet mee. Jullie schrijven jezelf nu in met een strookje dat je zelf af moet scheuren. Dit strookje lever je in bij een docent die het vak geeft. Deze docent zal ook iets over het vak vertellen (een zogenaamde speeddate) en zo weet jij waar je de komende tijd aan vast zit.”

Dit is weer terug naar de basisschool. Ik ben daar zo blij mee. Het inschrijven voor vakken op internet is namelijk een van de ergste dingen die je mee kan maken.
Alleen printen op een hogeschool is erger. Dan heb je net een zware opdracht af en ben je helemaal trots, blijk het printen van die opdracht nog veel zwaarder!

Resultaat is dat er 250 studenten door elkaar heen krioelen en overal een lulverhaal van een docent over zijn vak aanhoren. Ik stond bij een paal, waar het rooster hing, die aangaf op welke dag welk vak gegeven zouden worden. Naast de paal zat een docent zijn vak aan een student uit te leggen. “Ja de Romeinen deden hun steentjes zo, maar de Grieken hadden een heel andere stijl van werken”. Deze “uitleg van zijn vak” heb ik vier keer aangehoord. Dit omdat ik tussen tien studenten door moest hopen op een glimp van het rooster.

Ik vul mijn papiertje in en loop richting een docent die mij af moet tekenen. Ik denk bij mezelf; ik ben geen nummer meer! Dat is fijn. Aan het begin van mijn studie werd mij namelijk verteld: “Jullie zijn nu allemaal een nummer. Niet echt natuurlijk, maar zo moet je het wel zien”.

Op het blaadje staat geen kopje met “studentnummer”. Gaat de studie zich dan echt sociaal opstellen? Wat goed! Ik lever mijn strookje in bij de docent. Zij zegt: “Leuk dat je meedoet Karel! Oh! Zou je nog even je studentnummer in willen vullen?”

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht