IMG_1012

Wat ben jij zielig

“Wat ben jij zielig!”
“Huh? Ik sta hier op een vriend te wachten, die daar bij de kluisjes staat.”
“Ga nou gewoon weg man. Ik wil slapen. Jij bent echt zielig!”
“Ik vind het wel opvallend worden. Een beveiliger die zelf onrust veroorzaakt.”

Een tweede beveiliger komt aangelopen:

Zo jongens, we gaan lekker naar huis hoppa.”
“Je collega maakt mij net uit voor zielig. Wel opvallend toch?”
“Niks mee te maken. Ik wil slapen.”

Zo verliet ik een feest.
Heel vreemd dat een beveiliger, die waarschijnlijk niet zoveel te doen had die avond, mij als bezoeker van een feest uitmaakt voor ‘zielig’. Alleen maar omdat ik op een vriend stond te wachten.
Ik denk dat mijn mooie kale knar en bijgesnoeide baard hem tot pure jaloezie dreef.
Dat er in zijn gedachten kortsluiting kwam.

“Ik moet toch gewoon wat te doen hebben vanavond. Het zal toch niet zo zijn dat ik, Marco Blijleven, geen ruzie heb gehad vanavond? Ik heb dan wel betaald gekregen om in de regen te staan, maar ik wil ook actie godverdomme! Anders ben ik eigenlijk maar een hele zielige man. Weet je wat? Ik botvier mijn eigen issues even op die van anderen, ben ik toch niet helemaal alleen.”

“Hee! Hij ziet er eigenlijk wel tof uit! Daar moet ik iets mee! Wat zal ik tegen hem zeggen? Complimentje? Nee dat is veel te positief. Hij verdient het niet. Halve koorbal met z’n jasje, kale knar en een veel te gave bijgesnoeide baard. Kut zooi. Hij krijgt m gewoon. Lekker! Kom op maar Marco. Toe maar. Zeg het maar. Wat ga ik eigenlijk zeggen? Ah ik weet het al!”

“Wat ben jij zielig!”

Al lopend naar huis lachte ik.
Het ging echt helemaal nergens over.

Ik liep langs een fietspad.
Ik zag een oudere vrouw zitten met naast haar een fiets die op de grond lag.

“Mevrouw, wat is er gebeurd?”
“Ik ben gevallen met de fiets. Mijn broek kwam verstrengeld tussen de trappers en toen ben ik gevallen en vanaf toen weet ik het niet meer precies. Ik heb mijn man net gebeld, die komt er zo aan.”
“Ok. Heeft u zich erg bezeerd?”
“Misschien heb ik wel een hersenschudding, ik ben ook op mijn hoofd gevallen.
“Ik zie wel een bult ja. Verder gaat het volgens mij wel goed toch?”
“Ja.”

“Ik ga u proberen los te maken van de fiets. Als u een klein stukje overeind komt dan ga ik proberen de broek los te maken. Zo! U bent weer los van de fiets. Maar waar is mijn eigen fiets? Huh! Dit meen je toch niet. Is mijn eigen fiets nu weg? Dit fucking meen je niet. Mevrouw heeft u iets gezien?”
“Nee? Oh nee jongen! Dat meen je niet hè!”
“Oh nee wacht! Ik was gewoon lopend. Maar hier op het fietspad, alle consternatie. Ik was even verward. Sorry mevrouw niks aan de hand.”
“Oh gelukkig. Ik schrok echt wel even!”
“Ja ik ook.”
“Hee daar is m’n man! Bedankt!”

De man dankte mij ook nog en ik liep rustig door naar huis.
Helemaal alleen, wat ben ik zielig!

Tot volgende week,

K. 

Deel dit bericht