IMG_1369

Kon ik maar

Ah.. Kon ik het maar echt eens doen!

Soms hoor ik zo’n zin wel eens voorbij komen. Bij vrienden, kennissen en familieleden. Ik zie dat iemand met een droom zit, maar door het drukke bestaan kan die droom niet doorgaan. Vervelend, denk ik dan. Maar je kan proberen er alles aan te doen om je droom uit te laten komen, toch? Enige tijd later spreek je diegene weer en hoor je eigenlijk hetzelfde verhaal. Keuzes, denk ik dan. Dan ligt je prioriteit bij klagen over je droom in plaats van je droom uit laten komen. Maar je moet wel lef hebben.

Want het lijkt fucking lastig om aan de wereld te vertellen dat je het anders wil gaan doen. Toen ik stopte met mijn hockeyleven; dat wil zeggen zes dagen van de week op het hockeyveld staan; nam ik afscheid. Geen vaarwel, maar wel afscheid. Ik gaf aan dat ik niet meer als hoofdleider van het D-kamp hoefde op te treden. Als antwoord kreeg ik: “Ah, voor D-kamp maakt dat ook niet uit! Blijf lekker joh! Leuk!” En ik zei “Weet je het zeker? Ik ben niet meer op de club hoor!”. “Komt goed. Blijf lekker hoofdleider.”

Vijf maanden later hadden we ons eerste overleg over het kamp, althans dat dacht ik. Ik zat klaar met mijn blocnote, maar toen werd mij verteld dat ik ‘toch niet echt meer op de club aanwezig was’. Dus dat het handiger zou zijn ‘als iemand anders de taken op zich zou nemen’. Mooi toch!? Zelfkennis tegenover inschatten: “Nou, die jongen die is zo verliefd op hockey. Die houdt het niet vol om hier niet te zijn.” Nou, mooi wel!

Mijn broer vertelde mij toen ik stopte met hockeyen dat ik echt een onzekere stap ging nemen. Dat het niet echt handig van mij was, en dat ik beter een andere carrière kon gaan kiezen. “Maak je school af! Ga dan iets met je studie doen!” Cabaret en comedy is mijn droom, en wie is mijn broer om dat van mij af te nemen? Sterker nog. Hij heeft een universitaire studie afgerond en vijf jaar een baan in de richting van zijn studie gehad. Klinkt goed toch?! Maar een jaar nadat ik had gekozen voor mijn theatercarrière besloot mijn broer te stoppen met zijn baan, die hij niet meer leuk vond, en zijn heil te vinden in hockey.

In het begin was ik boos. Maar daarna begreep ik dat ik hem had laten zien dat het absoluut mogelijk was, en dat hij ook voor zijn droom kon gaan. Later in mijn theatercarrière heb ik ook echt wel schouderklopjes van hem gekregen en zag ik een trotse broer. En ik ben ook trots op hem. Het lukt!

Soms kan je dingen uit jezelf halen en soms heb je mensen nodig die je inspireren. Ik heb het nu over een droom najagen op het gebied van werk. Maar het kan ook zijn dat je op iemand verliefd bent, of dat je heel graag wil reizen of dat je smacht naar een ander huis. Het kan om zoveel dingen gaan. Weet dat het mogelijk is. Als jij er maar in gelooft.

Tot volgende week,

K.

Deel dit bericht